SV | [Maar] indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt; |
WLC | אִם־אַ֭תָּה תְּשַׁחֵ֣ר אֶל־אֵ֑ל וְאֶלשַׁ֝־דַּ֗י תִּתְחַנָּֽן׃ |
Trans. | ’im-’atâ təšaḥēr ’el-’ēl wə’el-šaday tiṯəḥannān: |
[Maar] indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
[Maar] indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!